Als reporter voor de Daily Pluk ging ik op de enige echte zomerdag van augustus aan de Plukbezoekers vragen of ze ook nare associaties met het strand hebben. De aanleiding is de Short Nights van vanavond met het thema: Life’s a beach (Death is a forest).
Het antwoord was natuurlijk vaak nee. Gevraagd naar hun beste en slechtste strand- en boservaringen, waren de reacties bij de meeste bezoekers positief. “Vakantie, mooi weer, zonsopgang. En ik ga op 1 januari altijd naar het strand. Uitbrakken en wandelen. Al is het maar een uurtje. En dat is dan een heel ander gevoel dan ik er normaal bij heb. Dan zijn er niet zoveel mensen.”, vertelt Christina (26). Dat is voor de stadse Plukbezoekers een meerwaarde, rust op het strand. Dylan (31): “Het strand vind ik juist leuk als het leeg is.”
De grootste ergernis van onze bezoekers op het strand is, hoe kan het ook anders, het onvermijdelijke zand. Kevin (30): “Veel zandkorrels tussen je voeten, je tenen en onder je nagels. En tussen al je spullen, zodat je nog zeven maanden zand in je tas hebt zitten.” Evelien (25): “Zand in m’n schoenen, in m’n haar, echt overal. Het heeft lang geduurd voor ik dat kon accepteren.”
Alle zandellende aan de kant geschoven, wat als we het meer in de lijn van de filmmakers trekken die het strand als locatie kiezen, maar daar onderwerpen als vluchtelingenstromen en oorlogen aan koppelen zoals in Mare Nostrum? Kevin: “Vorige week heb ik Dunkirk gekeken. Van die boten die aankomen, deksel naar beneden en gaan.” Maar associeert hij dat met het strand? “Nee, ik denk niet meteen aan verdronken Syrische vluchtelingen.” Het strand heeft misschien ook wel weer de kracht om dat te laten vergeten. “Dat verwaait allemaal meteen, zeker.”
Ook het bos komt er behoorlijk goed vanaf. Evelien: “De herfst, daar heb ik nu al zin in. Het is nog zomer, maar ik kan nu al uitkijken naar de herfst, het bos en daarna de open haard.” Het bos blijkt voor onze bezoekers vooral geschikt voor wandelen, de hond uitlaten, kamperen en zelfs paddenstoelen verzamelen. Jeugdherinneringen aan bomen klimmen en met de blaadjes spelen komen voorbij. Evelien ervaart het als een andere wereld: “Fairy tales. Mijn ouders vertelden over de paddenstoelen en kabouters. Elke keer als ik het bos in wandel denk ik nog steeds aan die kabouters.”
Toch komt niet alleen de magische aantrekkingskracht van het bos voorbij. Het heeft toch ook iets duisters. Frouke: “Het verval, de dood.” Corinna vat het uiteindelijk samen: “Forest is wet. Dark. Forest is awesome. Slightly depressing, but beautiful.”